Traditionele Nederlandse keuken

“Comfort” is het eerste belangrijkste woord in de traditionele Nederlandse keuken. Nederlanders koken één keer per dag want zo zijn we hier al eeuwen gewend. En in de gejaagde maatschappij is geen tijd om meerdere warme maaltijden klaar te maken. Het ontbijt en de lunch bestaan uit bakkersbrood wat ook een makkelijke meeneem lunch is. Die eten we met kant- en klare belegjes zoals pindakaas, hagelslag, typische Hollandse kaas en vleeswaren.

“Duurzaamheid” is het tweede woord in de keuken van dit Noord Europese land. Het diner tussen 17:00-19:00 uur bestaat vaak uit producten die in eigen land geteeld zijn. De populairste zijn aardappelen, andijvie, asperges, wortelsoorten, knolgewassen en het krachtvoer boerenkool. Gekookte, gepureerde of gebakken aardappelen met groente, een stukje vlees of vis en jus is typisch Nederlands.

Niet te vergeten komen er in de winter goed gevulde erwten- of bonensoep en stoofschotels op tafel. En de zoetigheden ontbreken helemaal niet de Nederlandse keuken, denk aan desserts en snacks. Die zijn vaak gemaakt van aardbeien, appels, kaneel, peren, roomboter, rozijnen, speculaaskruiden en de stroop. En al deze simpele en duurzame gerechten kunnen ook vegetarisch en zelfs vegan.